logo gemMtr klrArtikel 30 Algemene vrijstellingsbevoegdheid

 

1.      Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het in dit plan bepaalde:

 

a.      ten aanzien van de plaats van de bestemmingen verkeersdoelein­den 1 en verkeersdoeleinden 2 aangegeven op plankaart A, voor zover de afwijking niet meer bedraagt dan maximaal 25,00 m. gemeten uit het hart van de bestemming en met handhaving van het op de plankaart A aangegeven bijbehorend wegprofiel met inachtneming van de procedure als aangegeven in lid 5.;

b.      ten aanzien van de plaats van de bestemmingsgrenzen, voor zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van andere on­dergeschikte punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aan­passing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt en daardoor geen belangen van derden worden geschaad;

c.       van de in de artikelen 7 t/m 26 genoemde maten en percentages met uitzondering van de parkeernormen, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10% en de belangen van derden niet onevenre­dig worden geschaad;

d.      van enige bestemming van gronden uitsluitend ten behoeve van het bouwen van bouwwerken van openbaar nut, zoals transforma­torhuisjes, telefooncellen en wachthuisjes, met dien verstande, dat de inhoud per op te richten bouwwerk niet meer dan 50 m3 zal bedragen en de goothoogte ervan niet meer dan 3,00 m. zal bedragen.

 

2.      Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen om een woning mede te gebruiken voor de uitoefening van een bedrijf, am­bacht, - niet detailhandel zijnde -, met dien verstande dat:

 

a.      maximaal 30% van het vloeroppervlak van de woning tot een maxi­mum van 35 m2 als zodanig mag worden gebruikt;

b.      de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed;

c.       geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;

d.      de Inspecteur van de Volksgezondheid voor de Hygiëne van het Milieu in Limburg om advies is gevraagd;

e.      de procedure als aangegeven in lid 5. van dit artikel in acht wordt genomen.

 

3.      Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 8 lid 2.c., artikel 9 lid 2.e., artikel 10 lid 2.a. en artikel 11 lid 2. sub b. voor de uitoefening van een be­drijfsactiviteit die niet voorkomt in de van deze voorschriften deeluitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 2), maar naar haar aard en invloed op de omgeving kan worden gelijk gesteld met een krachtens genoemde artikelleden ter plaatse toegelaten milieucategorie bedrijfsactiviteiten:

 

mits:

 

-        door de in dit lid bedoelde bedrijfsactiviteiten geen onevenre­dig nadelige gevolgen voor het woonmilieu in de directe omgeving of het werkmilieu binnen de plangrens ontstaan of kunnen ont­staan en gehoord de directeur van de hoofdafdeling Verkeer, Wa­terstaat en Milieu van de provincie Limburg;

-        de procedure als aangegeven in lid 5. van dit artikel in acht wordt genomen.

 

4.      Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen tot ver­mindering van de getallen genoemd in bijlage 1 (parkeernorm) tot maximaal 25%, mits maatregelen in het kader van het Raamplan Mobi­liteitsbeheersing zijn resp. op korte termijn worden uitgevoerd c.q. zeker zijn gesteld en wel zo dat de bedoelde vermindering mogelijk is en gehoord het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en de hoofdgroep R.O.V. van de provincie Limburg.

 

5.      Indien Burgemeester en Wethouders een vrijstelling als bedoeld in lid 1. sub a., lid 2. en lid 3. van dit artikel, artikel 7 lid 4. sub a., b. en d., artikel 14 lid 4. en artikel 21 lid 4. willen verlenen dienen de volgende procedureregels in acht te worden genomen:

 

a.      het ontwerp-besluit, tot verlenen van vrijstelling, ligt met bijbehorende stukken gedurende tenminste 14 dagen ter gemeen­tesecretarie voor eenieder ter inzage;

b.      Burgemeester en Wethouders maken de nederlegging tevoren in één of meer dag- en nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze bekend;

c.       de bekendmaking houdt in de bevoegdheid van eenieder tot het indienen van schriftelijke bezwaren bij Burgemeester en Wethouders tegen het ontwerp-besluit gedurende de onder a. genoemde termijn;

d.      Burgemeester en Wethouders delen aan hen, die bezwaren hebben ingediend, de beslissing daaromtrent mede.