Artikel 15 Verkeersdoeleinden
(V)
1. De gronden met de bestemming
verkeersdoeleinden mogen met inachtneming van de op de bestemmingskaart
aangegeven profielen uitsluitend worden gebruikt voor verkeerswegen,
spoorwegen, parkeerplaatsen, fiets‑ en voetpaden en pleinen alsmede
voor de daarbij behorende berm, stroken, taluds, bermsloten, beplantingen en
geluidwerende voorzieningen, met dien verstande, dat de gronden met de
subbestemming -s, uitsluitend voor spoorwegen mogen worden gebruikt.
2. Op deze gronden mogen geen gebouwen doch
uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd, welke qua aard bij het in lid 1
toegestane gebruik passen en niet hoger zijn dan 9,00 meter.