Artikel 6 Ondergrondse gebouwen
of souterrains
1. Ondergrondse gebouwen of souterrains mogen
uitsluitend worden gebruikt volgens het bij de bestemming toegestane gebruik.
2. I. Deze
gebouwen mogen uitsluitend worden opgericht met inachtneming van de volgende
bepalingen:
a. de hoogte mag niet meer bedragen dan 3,00
meter;
b. zij moeten gelegen zijn onder niet‑ondergrondse
gebouwen.
II. Het sub I van dit lid is niet van
toepassing binnen de bestemming bedrijfsdoeleinden, bedrijfsdoeleinden I en
bedrijfsdoeleinden II, met dien verstande dat deze gebouwen geheel beneden het
peil moeten zijn gelegen.
3. Burgemeester en wethouders kunnen van het
bepaalde in lid 2.I, sub b vrijstelling verlenen met dien verstande, dat de
oppervlakte van de ondergrondse gebouwen of souterrains niet meer mag bedragen
dan de volgens het plan toegestane oppervlakte van de bovengrondse gebouwen.