logo gemMtr klrArtikel 1        Begripsbepalingen

 

In deze voorschriften wordt verstaan onder:

 

1.      Bouwverordening:

          De “Verordening op het bouwen en de bewoning” der gemeente Maastricht, welke verordening, met de daarin gegeven begripsbepalingen, ongewijzigd van kracht blijft, voor zover in deze voorschriften niet uitdrukkelijk anders wordt bepaald.

 

2.      Uitbreidingsplan of plan:

          Het partiële uitbreidingsplan, regelende de bestemming in onderdelen voor de gronden ten behoeve van de geprojecteerde Rijksweg 75 met uitsluitende gebieden in oost - Maastricht, bestaande uit:

A.      Een overzichtskaartje op schaal 1 : 5000, gemerkt 33C2;

B.      Het plan op schaal 1 : 1000 gemerkt 4D6B + 5D6B, met een bebouwingstabel en renvooi gemerkt 220A3B;

C.      De wegprofielen op schaal 1 : 200, gemerkt 542B4;

D.      Een toelichtende beschrijving met twee bijlagen;

E.      De bebouwingsvoorschriften.

 

3.      Bebouwingsklassen:

          De aard van de bebouwing op de in het plan daarvoor aangegeven grondstroken (bebouwingsstroken), zoals deze nader is omschreven in de daarbij behorende bebouwingstabel. De breedte en dieptematen worden buitenwerks gemeten; de hoogten van bovenkant afgewerkt, aanliggend terrein in de voorgevelrooilijn tot onderkant goot.

 

4.      Gebouwen voor bijzondere doeleinden:

          Gebouwen voor kerkelijke-, culturele- of sociale doeleinden, danwel ten behoeve van het onderwijs, gezondheidszorg, hygiëne of maatschappelijk verkeer.

 

5.      Bedrijfsgebouwtjes:

          Gebouwen uitsluitend bestemd voor kleine bedrijven, die geen hinder opleveren door luchtverontreiniging, gedruis of anderszins.

 

6.      Gebouwen voor bedrijven en lichte industrie:

          * Wijzigingen volgens raadsbesluit d.d. 10 december 1973

Bedrijfsgebouwen voor handel, nijverheid, geen detailhandel zijnde, verkeer en voorzienende industrieën, waarvoor geen Hinderwetvergunning is vereist of welke zijn bedoeld in de artikelen 7 tot en met 10 van de “Hinderwetverordening ex artikel 4, 1e lid sub 2e der Hinderwet”, vastgesteld 17-10-’50, in werking getreden 8-11-’50. *

 

Onder detailhandel dient te worden verstaan het bedrijfsmatig aan particulieren verkopen van goederen.

 

GOEDKEURING ONTHOUDEN BIJ K.B. D.D. 8 OKTOBER 1979

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen voor bouwwerken ten behoeve van detailhandel, welke niet of bezwaarlijk in woonbuurten kan worden uitgeoefend.

 

7.      Gebouwen voor industrie:

          Bedrijfsgebouwen voor industrie, handel-, geen detailhandel zijnde, nijverheid en verkeer. Het hiervoren onder 6, alinea 2 en 3 bepaalde is van overeenkomstige toepassing.*

 

8.      Bijgebouwtjes:

          Niet voor bewoning bestemde gebouwtjes, als garages, bergplaatsen e.d., uitsluitend ten dienste van de bewoners of gebruikers van het gebouw, waartoe zij behoren.