logo gemMtr klrArtikel 15      Bijgebouwtjes

 

Bijgebouwtjes mogen uitsluitend worden gebouwd op de in de artikelen 2, 4, 11 en 12 genoemde gronden, benevens op de gronden, welke in het plan daartoe zijn bestemd tot achtererf met dien verstande dat:

a.      bij plaatsing op een achtererf niet meer dan een vierde deel van dat erf en ten hoogste 12 m2 daarvan door deze bijgebouwtjes zal worden ingenomen en niet meer dan één bijgebouwtje op elk achtererf worden opgericht;

b.      de goothoogte van ten hoogste 2.50 m. en de nokhoogte ten hoogste 4 m. zal bedragen;

c.       van het onder a en b bepaalde Burgemeester en Wethouders vrijstelling kunnen verlenen, indien de bestemming der gebouwen of de ligging daarvan ten opzichte van elkaar of de afmetingen van het hoofdgebouw en het achtererf het verlenen van vrijstelling wettigt;

d.      Burgemeester en Wethouders bevoegd zijn nadere eisen te stellen ten aanzien van de plaatsing der bijgebouwtjes.