Artikel 17 Tuin
1. De gronden met de bestemming tuin mogen
uitsluitend worden gebruikt als tuin.
2. Op deze gronden mogen geen gebouwen doch
uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd, welke qua aard bij het in lid 1
toegestane gebruik passen en niet hoger zijn dan 3,00 meter.
3. Burgemeester en wethouders kunnen
vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 2 voor:
de bouw van één, aan de voorgevel, aangebouwd
gebouw per woning met dien verstande, dat:
a. de goothoogte maximaal 3,00 meter mag
bedragen;
b. de oppervlakte maximaal 5,00 m2
mag bedragen;
c. geen der horizontale afmetingen meer dan 2,50
meter mag bedragen.