Artikel 21 Uit
te werken woondoeleinden, maatschappelijke doeleinden en verkeersdoeleinden
(UWM)
1. De gronden met de bestemming uit te werken
woondoeleinden en maatschappelijke doeleinden mogen uitsluitend worden
gebruikt ten dienste van woondoeleinden en culturele en/of sociale doeleinden,
dan wel ten behoeve van onderwijs, gezondheidszorg, hygiëne en/of
maatschappelijk verkeer en in samenhang daarmee ten behoeve van erf, tuin,
verkeersdoeleinden, groenvoorzieningen en geluidwerende voorzieningen.
2. Burgemeester en wethouders werken deze
bestemming uit met inachtneming van de volgende bepalingen:
a. van de gronden mag maximaal 40% worden
bebouwd;
b. de goothoogte van de bebouwing voor
maatschappelijke doeleinden mag niet meer bedragen dan 8,00 meter;
c. de goothoogte van de woningen mag niet meer bedragen dan 6,00 meter;
d. de door gedeputeerde staten vastgestelde
hogere waarden aan de gevel van woningen en andere geluidgevoelige bebouwing
mogen niet worden overschreden. In het gebied waar de toetsingswaarde tussen de
55 en 65 dB(A) ligt, krijgen de gronden de nadere aanwijzing (g), waarvan de
bepalingen als bedoeld in artikel 9 woondoeleinden van deze voorschriften van
overeenkomstige toepassing zijn;
e. tussen het fietspad ten oosten van de
Vijverdalseweg, de Keerderstraat en de Meidoorn enerzijds en de Akersteenweg
anderzijds wordt een fiets-/voetgangersverbinding tot stand gebracht.
3. Belanghebbenden zullen in de gelegenheid
worden gesteld eventuele bezwaren tegen het uitwerkingsplan gedurende een
termijn van twee weken schriftelijk aan burgemeester en wethouders kenbaar te
maken.