logo gemMtr klrArtikel 25 Ontwikkelingsregeling

 

Burgemeester en wethouders kunnen in de zones, als aangegeven op voor­schriftenkaart 2, vrijstelling verlenen van het plan, dan wel het plan wijzigen, voor zover deze vrijstelling c.q. wijziging past in onderstaan­de karakteristieke en functionele structuur ei beschrijving in hoofdlij­nen en met inachtneming van de procedureregels, opgenomen in het procedu­reschema, dat als bijlage 1 bij deze voorschriften is gevoegd. Deze bevoegdheid geldt niet voor het bepaalde in artikel 21.

 

Zone I

 

Karakteristieke en functionele structuur

 

Zone I dient te worden gekenmerkt door de functiemenging.

Verder wordt deze overwegend gekenmerkt door wonen en milieuvriendelijke bedrijven met de daarbij behorende additionele voorzieningen;

en daarnaast gekenmerkt door horeca en detailhandel met de daarbij beho­rende additionele voorzieningen.

 

Beschrijving in hoofdlijnen

 

De karakteristieke en functionele structuur wordt aan de hand van de volgende punten nagestreefd:

 

1.      er zal worden gestreefd naar een verwijdering van bedrijven, die voor het woon- en leefmilieu een ernstige bedreiging vormen; de bedrijfs­functie mag slechts worden toegelaten indien het milieuvriendelijk bedrijven betreft en mag slechts worden gewijzigd naar milieuvriende­lijke bedrijven tot een maximale bedrijfsvloeroppervlakte van 300 m2 per bedrijfsvestiging; deze maat mag bij wijziging worden overschre­den tot maximaal de grootte van het bestaand bedrijf.

Uit een daartoe strekkend advies van de directeur van de volksgezond­heid, belast met het toezicht op de hygiëne van het milieu moet blij­ken dat de bedrijfsfuncties geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu veroorzaken;

2.      de horecafunctie mag niet worden uitgebreid, met dien verstande dat de bestaande horecavestiging mag uitbreiden met een maximale uitbreiding van 50 m2 bedrijfsvloeroppervlakte op het achtererf;

3.      de detailhandelsfunctie mag niet worden uitgebreid, met dien verstan­de, dat de bestaande detailhandelsvestigingen mogen uitbreiden met een maximale uitbreiding van 50 m2 bedrijfsvloeroppervlakte op het achter­erf;

4.      er mogen atelier- en praktijkruimten worden toegelaten met een maxima­le oppervlakte van 300 m2 bedrijfsvloeroppervlakte per vestiging;

5.      de door gedeputeerde staten vastgestelde hogere waarden aan de gevel van, woningen en andere geluidgevoelige bebouwing mogen niet worden overschreden.

 

Zone II

 

Karakteristieke en functionele structuur

 

Zone II dient overwegend te worden gekenmerkt door wonen met de daarbij behorende additionele voorzieningen;

en daarnaast gekenmerkt door horeca, maatschappelijke doeleinden, agra­rische bedrijven, groenvoorzieningen en verkeersdoeleinden met de daarbij behorende additionele voorzieningen.

 

Beschrijving in hoofdlijnen

 

De karakteristieke en functionele structuur wordt aan de hand van de vol­gende punten nagestreefd:

 

1.      woningen mogen worden gestapeld als door de omvang en het karakter van het pand of door de ligging en de omvang van het te bebouwen terrein het gebruik als eengezinshuis niet redelijk aannemelijk is, dan wel indien een open erf met een minimale oppervlakte, gelijk aan het pro­duct van 5 meter maal de breedte van de achtergevel ontbreekt;

2.      de bestemmingen in het gebied A mogen worden vervangen door de bestemming woondoeleinden (gestapelde woningen) met de daarbij behorende additionele voorzieningen, met dien verstande dat er maximaal 70 equivalente woningen worden gebouwd;

3.      de bestemmingen in het gebied B mogen worden vervangen door de bestem­ming woondoeleinden met de daarbij behorende additionele voorzieningen met dien verstande, dat er maximaal 5 equivalente woningen worden ge­bouwd;

4.      er wordt gestreefd naar een langzaam verkeersverbinding tussen de Bur­gemeester Cortenstraat en de Vijverdalseweg via gebied A;

5.      woningbouw mag slechts worden gerealiseerd indien de aanleg van de ontsluitingsweg(en) in voldoende mate is verzekerd;

6.      de horecafunctie mag niet worden uitgebreid met dien verstande dat de bestaande horecavestiging mag uitbreiden met een maximale uitbreiding van 50 m2 bedrijfsvloeroppervlakte op het achtererf;

7.      Er mogen ruimten voor maatschappelijke doeleinden worden toegelaten met een maximale oppervlakte van 300 m2 per vestiging;

8.      Er mogen agrarische bedrijfsruimten worden toegelaten met een maximale oppervlakte van 400 m2 bedrijfsvloeroppervlakte per vestiging;

9.      de door gedeputeerde staten vastgestelde hogere waarden aan de gevel van woningen en andere geluidgevoelige bebouwing mogen niet worden overschreden. In het gebied waar de toetsingswaarde tussen de 55 en 65 dB(A) ligt, krijgen de gronden de nadere aanwijzing (g), waarvan de bepalingen als bedoeld in artikel 9 woondoeleinden van deze voor­schriften van overeenkomstige toepassing zijn.

 

Zone III

 

Karakteristieke en functionele structuur

 

Zone III dient overwegend te worden gekenmerkt door maatschappelijke doeleinden met de daarbij behorende additionele voorzieningen;

en daarnaast gekenmerkt door groenvoorzieningen en verkeersdoeleinden met de daarbij behorende additionele voorzieningen.

 

Beschrijving in hoofdlijnen

 

De karakteristieke en functionele structuur wordt aan de hand van de vol­gende punten nagestreefd:

 

1.      uitgangspunt is de vestiging van scholen met een regionaal of sub-re­gionaal wervingsgebied van leerlingen;

2.      de door gedeputeerde staten vastgestelde hogere waarden aan de gevel van andere geluidgevoelige bebouwing mogen niet worden overschreden.

 

Zone IV

 

Karakteristieke en functionele structuur

 

Zone IV dient overwegend te worden gekenmerkt door recreatieve doeleinden met daarbij behorende additionele voorzieningen;

en daarnaast gekenmerkt door maatschappelijke doeleinden, milieuvriende­lijke bedrijven met verkeersdoeleinden met daarbij behorende additionele voorzieningen.

 

Beschrijving in hoofdlijnen

 

De karakteristieke en functionele structuur wordt aan de hand van de vol­gende punten nagestreefd:

 

1.      uitgangspunt is het op stadsdeelniveau concentreren van recreatieve voorzieningen;

2.      er wordt gestreefd naar een oost-west lopende langzaam verkeersroute direct ten zuiden van het huidige zwembad;

3.      de bedrijfsfunctie mag slechts worden gewijzigd naar milieuvriendelij­ke bedrijven tot de maximale grootte van de bestaande bedrijfsvloerop­pervlakte. Uit een daartoe strekkend advies van de inspecteur van de volksgezondheid belast met het toezicht op de hygiëne van het milieu moet blijken dat de bedrijfsfuncties geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu veroorzaken.