Artikel 13 Daken.
De binnen dit plan te stichten gebouwen mogen uitsluitend worden
afgedekt met zadeldaken met uitzondering van bebouwingsklasse H, met dien
verstande dat:
a. nok en goten evenwijdig aan voor- en
achtergevel zullen worden geplaatst.
b. de goten en daken geen groter overstek dan
0.50 m. zullen hebben.
c. de dakbedekking zal bestaan uit dakpannen,
leipannen of natuurleien.
d. van het in het eerste lid bepaalde kunnen
Burgemeester en Wethouders vrijstelling verlenen voor uitbouwen en bijgebouwtjes,
zomede overigens indien de bestemming van een gebouw of de ligging daarvan ten
opzichte van de openbare weg en van andere gebouwen het verlenen van
vrijstelling wettigt.