logo gemMtr klr3.         Algemene bepalingen

 

 

Artikel 32.     Vrijstellingsbevoegdheden ex artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening

 

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het in dit plan bepaalde:

 

A.      1.      ten aanzien van de plaats en/of richting van de bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen of wegen, voor zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van andere ondergeschikte punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;

2.      van de in de artikelen 9 t/m 22 genoemde maten, aantallen en percentages, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10% en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;

3.      voor het plaatsen van andere bouwwerken op gronden welke zijn gelegen in het gebied 3 m vanaf de aan de weg gelegen perceelsgrens tot de aan de weg gelegen perceelsgrens;

4.      de bebouwingsvoorschriften van de artikelen van Hoofdstuk 2, voor wat betreft de voortzetting van een afwijking welke bestond op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan;

5.      voor het bouwen van communicatievoorzieningen tot een maximale hoogte van 50 m;

6.      voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van het algemeen belang met dien verstande dat:

a.      de inhoud van gebouwen mag niet meer dan 50 m3 bedragen;

b.      de goothoogte van gebouwen mag niet meer dan 2,7 m bedragen;

c.      de hoogte van gebouwen mag niet meer dan 4,5 m bedragen;

d.      de oppervlakte van een gebouw ten dienste van het gebruik van het onbebouwd gebied mag een grotere inhoud hebben dan onder a. is bepaald, maar de oppervlakte mag niet meer dan 75 m2 bedragen;

7.      voor de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van een veilige passage van hamster, das en ander (klein) wild;

8.      voor de bouw van ontmoetingsplaatsen, wacht- en informatieruimtes en daarmede vergelijkbare bouwwerken, waarvan de hoogte niet meer dan 3,50 m en de oppervlakte niet meer dan 15 m2 mag zijn, met dien verstande, dat deze bevoegdheid uitsluitend van toepassing is, voorzover gronden gelegen zijn ten westen van de Molenweg;

9.      het vestigen van seks- en/of pornobedrijven en/of het toestaan van straatprostitutie mits dit overeenkomstig het door de raad vastgestelde beleid hiervoor is;

10.    het vestigen van smartshops mits dit overeenkomstig het door de raad vastgestelde beleid hiervoor is.

 

B.      Bij de vrijstellingsbevoegdheid van burgemeester en wethouders wordt de procedure in acht genomen zoals vermeld in artikel 35 lid 1.