logo gemMtr klrArtikel 1        Begripsbepalingen.

 

In deze voorschriften wordt verstaan onder:

 

1.      Uitbreidingsplan of plan:

          het partiële uitbreidingsplan, regelende de bestemming in onderdelen voor de gronden, gelegen in het Wittevrouweveld en Wijkerveld te Maastricht, bestaande uit:

1e.     een overzichtskaart op schaal 1 : 5000, gemerkt 67A2;

2e.     het plan op schaal 1 : 1000, gemerkt 4D4;

3e.     een blad met wegprofielen op schaal 1 : 200, gemerkt 34B2;

4e.     een toelichtende beschrijving;

5e.     de bebouwingsvoorschriften.

 

2.      De kaarten:

          de tekening, gemerkt 67A2, 4D4 en 34B2, waarop is aangegeven sub l bedoelde uitbreidingsplan, welke als zonodig  door den secretaris zijn gewaarmerkt.

 

3.      Woning:

          een complex van ruimten, dat krachtens zijn indeling kennelijk bestemd en kennelijk geschikt is voor de huisvestiging van ten hoogste één gezin of en alleen levend persoon.

 

4.      Perceel:

          de met een woning of ander hoofdgebouw bebouwde of te bebouwen, alsmede de bij die woning of dat gebouw behorende onbebouwde, of met een of meer bijgebouwen bebouwde of te bebouwen grond.

 

5.      Bebouwingsstroken:

          de op de kaart met contour, al dan niet tevens met arcering voor bebouwing aangegeven grondstroken.

 

6.      Woningsblok:

          een vrijstaande woning, danwel een blok van meerdere aaneengebouwde woningen met vrijstaande zijgevels.

 

7.      Rooilijn:

          de op de kaart met een dikke lijn aangegeven begrenzende lijn van een bebouwingsstrook.

 

8.      Voorgevel:

          een naar een weg gekeerde gevel van een gebouw.

 

9.      De straathoogte:

          de hoogte van de wegverharding in het midden van de rijbaan, danwel de hoogte van de bovenzijde van de kantlaag of de afsluitband langs de wegverharding der rijbaan, en wel van beide hoogten het hoogste punt, waarbij in geval de wegverharding ontbreekt of naar aanleiding van het plan gewijzigd zal worden, de maten der overeenkomstig het plan geprojecteerde bestrating aangehouden moeten worden.

 

10.    Gebouwen voor bijzondere doeleinden:

          gebouwen, welke niet, althans niet uitsluitend bestemd zijn voor bewoning.

 

11.    Industrieterrein:

          terreinen, bestemd voor bebouwing met gebouwen, niet bestemd voor bewoning, welke krachtens hun indeling kennelijk geschikt en bestemd zijn voor het gebruik als kantoor, magazijn, werkplaats, fabriek of bedrijfsruimte.

 

12.    Bouwverordening:

          de “Verordening op het bouwen en de bewoning” der Gemeente Maastricht.