Artikel 6 Maatschappelijke doeleinden (M)

1. Doeleindenomschrijving

De op de bestemmingskaart voor Maatschappelijke doeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. onderwijsdoeleinden;

b. (para)medische doeleinden;

c. woondoeleinden;

d. sociaal-culturele doeleinden;

e. religieuze doeleinden;

f. doeleinden van sport;

g. additionele voorzieningen.

2. Beschrijving in hoofdlijnen

De wijze waarop de in het plan de toegekende doeleinden worden nagestreefd, is in hoofdlijnen beschreven in artikel 4; ter uitvoering en met inachtneming van die beschrijving wordt de wijze waarop de hiervoor omschreven doeleinden worden nagestreefd als volgt gespecificeerd:

Onder deze bestemming zijn de bestaande, grootschalige maatschappelijke doeleinden gebracht; gestreefd wordt naar behoud van deze functies op de huidige locaties. In deze bestemming mag alleen worden gewoond in de vorm van wonen in verzorgingscentra c.q. in aanleunwoningen bij deze centra.

3. Bebouwingsbepalingen

a. (Hoofd)gebouwen

1. Het bebouwingspercentage mag maximaal 80 % bedragen;

2. De hoogte mag maximaal 16 meter bedragen, zulks met uitzondering van kerktorens waarvan de hoogte maximaal 30 meter mag bedragen en op de plaatsen waar op de kaart ruimtelijke karakteristiek een afwijkende hoogte in bouwlagen is aangegeven tot de aangegeven hoogte.

3. Daar waar op de kaart ruimtelijke karakteristiek een voorgevelrooilijn is aangegeven, moet de voorgevel of, in een voorkomend geval, de zijgevel in die rooilijn worden gebouwd.

4. Daar waar op de kaart ruimtelijke karakteristiek een bebouwingsvlak is aangegeven mogen gebouwen uitsluitend op het bebouwingsvlak worden gebouwd.

b. Andere bouwwerken

1. De hoogte mag, behoudens het bepaalde onder 2, maximaal 3 meter bedragen, met uitzondering van voorzieningen voor de openbare verlichting, waarvan de hoogte maximaal 8 meter en antennes en antennemasten, waarvan de hoogte maximaal 12 meter mag bedragen.

2. Voor erfafscheidingen is het bepaalde in de Bouwverordening bepalend.

4. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, respectievelijk indien dit noodzakelijk is ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit, het stedenbouwkundig beeld of de historische respectievelijk archeologische waarde ter plaatse.

5. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd:

a. de bestemming Maatschappelijke doeleinden (M) van de gronden, die op de bestemmingskaart met ** zijn aangegeven te wijzigen in Bedrijfsdoeleinden (B), zulks ten behoeve van de vestiging, in de bestaande en te handhaven bebouwing, van een bedrijfsverzamelgebouw voor, of afzonderlijke kleine bedrijfjes of ateliers met een maximale bedrijfsoppervlakte van 200 m² per vestiging, in de categorieën 1 en 2 van de als bijlage bij deze voorschriften behorende lijst van bedrijfsactiviteiten.

b. de bestemming Maatschappelijke doeleinden (M) van de gronden, die op de bestemmingskaart met *** zijn aangegeven te wijzigen in Woondoeleinden (W) ten behoeve van:

op de schoollocatie:

de bouw van appartementen in een drietal bouwblokken met een hoogte van twee tot drie bouwlagen; bij de planwijziging worden deze gronden tevens opgenomen in deelgebied I: Gestapelde bebouwing;

op de gymzaallocatie:

de bouw van twee halfvrijstaande, grondgebonden woningen met een hoogte van maximaal twee bouwlagen; bij de planwijziging worden deze gronden tevens opgenomen in deelgebied IV: Vrijstaande en halfvrijstaande bebouwing;

De voor deze deelgebieden geldende bebouwingsbepalingen, zoals aangegeven in artikel 5, lid 3 zijn dan van overeenkomstige toepassing.

c. de bebouwingsbepalingen zoals omschreven in lid 3 van dit artikel te wijzigen ten behoeve van de bouw van aanleunwoningen bij het bejaardenzorg-centrum Campagne mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

A. de nieuwbouw dient qua bebouwingsbeeld aan te sluiten aan het bestaande bebouwingsbeeld (namelijk aflopende bouwmassa van de Maconlaan naar het binnengebied);

B. de bebouwing op de kop aan de Aramislaan mag uit maximaal 3 bouwlagen bestaan;

C. de bestaande parkstructuur met de aanwezige bomen en het aanwezige padenstelsel dienen zoveel mogelijk intact te blijven;

D. het parkeren mag niet ten koste gaan van de onbebouwde groene ruimte, hetgeen betekent dat het parkeren inpandig/ondergronds dient te worden opgelost.