Artikel 20 Groenvoorzieningen
1. De
gronden met de bestemming groenvoorzieningen mogen uitsluitend worden gebruikt
voor plantsoenen, waterpartijen, bermbeplantingen en andere groenvoorzieningen
en in samenhang daarmee voor wandel- en fietspaden en kinderspeelplaatsen.
2. Op
deze gronden mag geen bebouwing worden opgericht, behoudens die andere
bouwwerken welke qua aard en afmetingen bij het in lid 1 genoemde gebruik
passen.