HOOFDSTUK III OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 24 Algemene vrijstellingsbevoegdheid
Burgemeester en
wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het in dit plan bepaalde:
1. ten
aanzien van de plaats en/of richting van de bebouwingsgrenzen en de wegen,
voor zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van andere
ondergeschikte punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering
gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing van de
terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt en daardoor geen belangen van derden
worden geschaad;
2. van
enige bestemming van gronden uitsluitend ten behoeve van het bouwen van bouwwerken
van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, telefooncellen en wachthuisjes
met dien verstande, dat de inhoud per op te richten bouwwerk niet meer dan 50 m3
zal bedragen en de nokhoogte ervan niet meer dan 2.50 meter zal bedragen en
voor het bouwen van gebouwen van tijdelijke aard, zoals schaft- en werklokalen
ten behoeve van bouwwerkzaamheden en voor vervangende ruimten, voor de duur van
de bouwwerkzaamheden;
3. van
de in artikelen 9 tot en met 20 genoemde maten, mits de afwijking niet meer
bedraagt dan 10% en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.