logo gemMtr klrArtikel 5 Bouwen aan een  weg

 

1.      Het bouwen van een gebouw, met uitzondering van het geheel of gedeeltelijk vernieuwen, veranderen of vergroten van een bestaand gebouw, mag alleen geschieden, indien het terrein waarop wordt gebouwd, grenst aan een weg, die voldoet aan de bepalingen van het plan.

 

2.      Onder het grenzen aan een weg wordt in dit artikel verstaan het grenzen aan de weg, waaraan de hoofdtoegang van het terrein is gelegen, en wel gemeten over een lengte, ten minste gelijk aan de lengte van de loodrechte projectie van de plattegrond van het gebouw op de grens van die weg.

 

3.      Grond, gelegen tussen het gebouw, de grens van de weg en de in lid 2 bedoelde projectielijnen moet onbebouwd zijn. Niet van toepassing is deze bepaling op bijgebouwen en andere bouwwerken, die op grond van dit plan zijn toegestaan.

 

4.      Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen:

a.      van het bepaalde in lid 1, indien de totstandkoming van een weg, als bedoeld in lid 1 voldoende is verzekerd;

b.      van het bepaalde in de leden 2 en 3, een en ander mits de ligging en afmetingen van het gebouw en het karakter van de omgeving zich daartoe lenen.