Artikel 18 Wijzigingsbevoegdheid.
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen mits:
a. de structurele opzet van het plan, in het
bijzonder voor wat het karakter van de bebouwing betreft, niet wezenlijk zal
worden aangetast;
b. de bebouwingscapaciteit met niet meer dan
10 % zal worden gewijzigd, zowel wat de totale omvang van de bebouwing in de
diverse bebouwingsklassen als de bebouwing in iedere staat apart van het plan
betreft;
c. de parkeer-accomodatie niet zal worden
verminderd;
d. de voor openbaar groen, planstrook of
speelveld aangewezen gronden qua totale oppervlakte in het plan geen
vermindering ondergaan, een en ander behoudens ondergeschikte wijzigingen in de
begrenzing groenstroken.