Artikel 5.3. Gebruik van de grond anders dan voor
bebouwing
Onder strijdig
gebruik als bedoeld in artikel 2.2. wordt ten minste verstaan het gebruik van gronden:
I.
a. als
staanplaats of ligplaats voor onderkomens, behoudens voor zover en voor zolang
de aanwezigheid van onderkomens nodig is in verband met in het recreatiegebied
uit te voeren werken of werkzaamheden;
b. voor militaire oefeningen;
c. als sport- of wedstrijdterreinen,
kampeer- of caravanterreinen, dagcampings, parkeerterreinen, als
zwemgelegenheden;
d. voor het beproeven van voertuigen; voor de
beoefening van de motorsport en de modelvliegsport, voor het houden van
wedstrijden met motorvoertuigen of bromfietsen en voor het racen of crossen met
motorrijtuigen en bromfietsen.
II. Voor het doen of laten uitvoeren van de
volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, geen normale
onderhoudswerkzaamheden zijnde:
a. werken of werkzaamheden ten behoeve van
doeleinden als omschreven in dit artikel onder I;
b. het aanbrengen van ondergrondse of
bovengrondse constructies, installaties of apparatuur, voor zover geen
bouwwerken zijnde, tenzij zulks noodzakelijk is voor of verband houdt met het
op de bestemming gerichte gebruik van de gronden danwel verband houdt met
transport-, energie- en/of telecommunicatieleidingen.
Van dit verbod zijn
uitgezonderd:
eenvoudige
recreatieve voorzieningen als een bank, afvalbak of wegwijzer.