Plan:
Bestemmingsplan kern Borgharen
Status:
vastgesteld
Gemeente:
Maastricht
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Artikel 20. Algemene vrijstellingsbevoegdheid

A. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het in dit plan bepaalde:

1. ten aanzien van de plaats van de bestemmingsgrenzen, voor zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van andere ondergeschikte punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt;

2. van de in de artikelen 6 t/m 17 genoemde maten en percentages, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10%;

3. voor het toevoegen van één bouwlaag bij grondgebonden woningen en het toevoegen van één bouwlaag bij andere gebouwen;

4. voor het overschrijden van de op plankaart B aangeduide overwegend gesloten bebouwingswand, tevens voorgevelrooilijn resp. overwegend open bebouwingswand, tevens voorgevelrooilijn met bouwwerken tot maximaal 1,50 m. in de richting van de weg en/of tot maximaal 3,00 m. in zijdelingse richting, met inachtneming van het overige bepaalde in deze voorschriften;

5. voor het plaatsen van andere bouwwerken op gronden welke zijn gelegen in het gebied gemeten 3,00 m. vanaf de aan de weg gelegen perceelsgrens tot de aan de weg gelegen perceelsgrens;

6. voor het plaatsen van antennes en antennemasten alsmede masten ten behoeve van telecommunicatie en alarmsystemen tot maximaal 50,00 m. hoogte, mits dit overeenkomstig het door Burgemeester en Wethouders vastgestelde beleid voor dergelijke voorzieningen is;

7. voor het realiseren van een fiets-/voetgangersverbinding met bijbehorende brug op de op plankaart A door de lijn afbeelding "o1266.JPG" begrensde gronden;

8. voor het verhogen van het peil ten behoeve van op grond van de afzonderlijke bestemmingen toegestane nieuwbouw, met dien verstande dat het peil niet meer dan 46,50 +NAP mag bedragen;

9. voor het vestigen van een seks- en/of pornobedrijf en/of het toestaan van straat-prostitutie, mits dit overeenkomstig het door de raad vastgestelde beleid hiervoor is;

10. voor het vestigen van smartshops, mits dit overeenkomstig het door de raad vastgestelde beleid hiervoor is.

B. Bij het verlenen van vrijstelling als bedoeld in sub A. dient het onderstaande in acht te worden genomen:

1. de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;

2. er mogen geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;

3. aan het stedenbouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse mag geen afbreuk worden gedaan;

4. aan de vrijstelling voorwaarden kunnen worden verbonden.