1. Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van de bouw van maximaal 15 grondgebonden woningen op de door de lijn
begrensde gronden, met dien verstande dat de bouw van deze woningen in overeenstemming dient te zijn met de, op het tijdstip van wijziging, uit de provinciale richtcijfers voor de woningbouw voortvloeiende woningbouwcapaciteit.
2. Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen voor zover het betreft de begrenzingen van de op plankaart A aangegeven bestemmingen, met dien verstande dat de oppervlakte van de te wijzigen aaneengesloten bestemming met niet meer dan 10% wordt gewijzigd, indien daardoor het door de raad vastgestelde beleid beter kan worden gerealiseerd, de aanliggende bestemmingen overeenkomstig worden gewijzigd en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
3. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor zover het betreft de aanwijzing van Rijksmonumenten en de daarmee samenhangende plantoevoegingen voor die gronden en gebouwen die daarvoor zijn c.q. worden ingeschreven volgens de Monumentenwet (Stb. 1988, 638).
4. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, voor zover het betreft de op plankaart A en plankaart C aangeduide hindercirkel agrarisch bedrijf, na beëindiging van de agrarische bedrijfsactiviteiten het plan te wijzigen door deze hindercirkel op te heffen.
5. Bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid is Afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht (Stb. 1992, 315) van toepassing.
| Naar vorige |
Niveau omhoog
Naar boven |
Naar volgende |