Plan:
Bestemmingsplan kern Itteren
Status:
vastgesteld
Gemeente:
Maastricht
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Artikel 11. Groenvoorzieningen

11.1. Doeleindenomschrijving

De op plankaart A als groenvoorzieningen aangegeven gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 16, 17, 18, 19 en 20 voor zover het tevens betreft waterbergend winterbed, grondwaterbeschermingsgebied, beschermingszone a, beschermingszone b resp. beschermingszone c, bestemd voor:

- groenvoorzieningen inclusief speelvoorzieningen;

- verkeersdoeleinden in de vorm van fiets- en voetpaden;

- parkeervoorzieningen;

- additionele voorzieningen.

11.2. Bouwvoorschriften

Op de tot groenvoorzieningen bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen met een hoogte van maximaal 8,00 m. met uitzondering van erfafscheidingen welke maximaal 2,00 m. hoog mogen zijn.

11.3. Wijzigingsbevoegdheid

A. 1. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om de bestemming groenvoorzieningen te wijzigen in de bestemming natuurgebied, met dien verstande dat het uitsluitend gronden betreft die daartoe als zodanig nader op plankaart A met de letter N zijn aangeduid en met inachtneming van het bepaalde onder 2. van dit sub. De bewuste gronden zijn, na wijziging in natuurgebied, bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de aldaar voor-komende dan wel daaraan eigen natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden alsmede voor extensieve dagrecreatie.

2. De onder 1. beschreven doeleinden worden als volgt nagestreefd:

a. duurzame instandhouding of herstel van de ter plaatse aanwezige of nagestreefde eco-systemen;

b. het voeren van een op natuurontwikkeling gericht beheer;

c. het herstellen van natte omstandigheden in waterafhankelijke gebieden;

d. het toelaten van extensieve vormen van recreatie, passend binnen de natuurdoelstelling;

e. het terugdringen van vermestende en verzurende invloeden;

f. het, behoudens nader aan te geven wijziging, weren van nieuwe bebouwing en infrastructuur;

g. geen uitbreiding/vestiging van intensieve recreatie;

h. geen vestiging van agrarische bedrijven.

B. Bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid van Burgemeester en Wethouders als bedoeld in sub A., sub B. en sub C. is Afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht (Stb. 1992, 315) van toepassing.

11.4. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd aan het bepaalde in lid 2. nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken resp. indien dit noodzakelijk is ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit, het stedenbouwkundig beeld resp. de landschappelijke, cultuur-historische, natuurlijke en/of recreatieve waarden ter plaatse.