Plan:
Bestemmingsplan kern Itteren
Status:
vastgesteld
Gemeente:
Maastricht
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Artikel 10. Agrarisch gebied

10.1. Doeleindenomschrijving

De op plankaart A als agrarisch gebied aangegeven gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 16, 17 en 20 voor zover het tevens betreft waterbergend winterbed, grondwaterbeschermingsgebied resp. beschermingszone c, bestemd voor:

- agrarisch grondgebruik;

- extensief recreatief medegebruik;

- verkeersdoeleinden;

- additionele voorzieningen.

10.2. Beschrijving in hoofdlijnen

De in lid 1. omschreven doeleinden worden met inachtneming van het bepaalde in artikel 5 als volgt nagestreefd:

a. alleen grondgebonden agrarisch grondgebruik is toegestaan;

b. nieuwvestiging van agrarische bedrijven is niet toegestaan;

c. met het oog op extensief recreatief medegebruik mogen kleinschalige picknickplaatsen en rustpunten worden aangelegd en zitbanken, afvalbakken en borden worden geplaatst;

d. de aard en omvang van de wegen moet primair worden afgestemd op het binnen deze bestemming toegelaten gebruik;

e. de additionele voorzieningen nemen in de bestemming een ondergeschikte plaats in qua situering en omvang.

10.3. Bouwvoorschriften

Op de tot agrarisch gebied bestemde gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van andere bouwwerken zoals bepaald in lid 2. sub c. van dit artikel tot een hoogte van 2,00 m.

10.4. Verboden gebruik

A. Onder verboden gebruik van gronden als bedoeld in artikel 21 wordt tenminste verstaan het gebruik van gronden voor:

a. racen of crossen;

b. het innemen van een standplaats voor woon-wagens;

c. camping.

B. Onder verboden gebruik van bouwwerken als bedoeld in artikel 22 wordt tenminste verstaan het gebruik van bouwwerken voor:

a. ambachtelijke en/of industriële doeleinden;

b. detailhandel en groothandel;

c. transport- en/of garagebedrijven;

d. horecadoeleinden;

e. permanente of tijdelijke bewoning;

f. opslagdoeleinden, behoudens opslagdoeleinden die verband houden met de agrarische bedrijfsvoering;

g. camping.

B. Bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid van Burgemeester en Wethouders als bedoeld in sub A. en sub B. is Afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht (Stb. 1992, 315) van toepas-sing.

10.5. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen met betrek-king tot het bepaalde in lid 2. en 3. nadere eisen stel-len ten aanzien van de situering en afmetingen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aan-grenzende gronden en bouwwerken resp. indien dit noodzakelijk is ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit, het stedenbouwkundig beeld en/of de recreatieve waarden ter plaatse.