De op de plankaart A als recreatieve doeleinden aangegeven gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3 lid 11., 20A en 23 voor zover het tevens betreft archeologisch attentiegebied, beschermingszone c resp. grondwaterbeschermingsgebied, bestemd voor:

- recreatieve activiteiten met dien verstande dat indien op de plankaart A in de matrix in het linker vak het cijfer 1 is aangegeven de gronden zijn bestemd voor recreatief centrum; de gronden met het cijfer 2 in hetzelfde vak zijn bestemd voor camping; indien er in bedoeld vak geen cijfer is aangegeven is de hoofdfunctie sport en spel;

- parkeervoorzieningen;

- doeleinden van openbaar nut;

- groenvoorzieningen.

De in lid 1. omschreven doeleinden worden met inachtneming van artikel 5 als volgt nagestreefd:

a. handhaving en waar mogelijk versterking van recreatieve doeleinden is in principe uitgangspunt;

b. de landschappelijke openheid dient te worden gewaarborgd;

c. groenvoorzieningen met o.m. opgaand groen zorgen voor een visuele afscheiding resp. compartimentering van de verschillende recreatieve doeleinden met uitzondering van het bepaalde in sub b.;

d. er wordt naar een maximale sociale veiligheid binnen de bestemming gestreefd;

e. er wordt door de gemeente bij herinrichting van het openbaar gebied gestreefd naar realisering van voldoende parkeergelegenheid voor gebruikers resp. bezoekers;

f. doeleinden van openbaar nut nemen in de bestemming een ondergeschikte plaats in qua situering en omvang;

g. de op de plankaart B aangegeven ruimtelijke karakteristieken worden gerespecteerd.

a. Op de tot recreatieve doeleinden bestem¬de gronden mogen uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht die in overeenstemming zijn met het in dit artikel bepaalde;

b. op de plankaart A is in het middelste vak van de matrix het maximale bebouwingspercentage per aaneengesloten bestemming aangegeven; daar waar op de plankaart A geen matrix is opgenomen bedraagt het maximale bebouwingspercentage 5;

c. op de plankaart A is in het rechter vak van de matrix de maximale goothoogte in meters per aaneengesloten bestemming aangegeven; daar waar op de plankaart A geen matrix is opgenomen bedraagt de maximale goothoogte 6,00 m.;

d. de hoogte van andere bouwwerken mag maxi¬maal 8,00 m. bedragen met uitzondering van erfafscheidingen welke voor de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw maximaal 1,00 m. en achter de voorgevelrooilijn maximaal 2,00 m. hoog mogen zijn;

e. (vervallen)

f. andere bouwwerken mogen slechts worden geplaatst op gronden welke zijn gelegen in het gebied 3,00 m. vanaf de aan de weg gelegen perceelsgrens tot aan de achterperceels¬grens.

A. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen voor:

a. het oprichten van toeschouwersaccommodaties per hoofdsportveld tot een grondoppervlak van maximaal 250 m² en een hoogte van maximaal 8,00 m.;

b. (vervallen)

mits dit op grond van de geconstateerde be¬hoef¬te noodzakelijk is.

B. Bij de vrijstelling van Burgemeester en Wethouders wordt de procedure in acht genomen zoals vermeld in artikel 28 lid 1.

A. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd de gronden op de deelplankaart A Caberg begrensd door de lijn en aangegeven met het cijfer V te wijzigen met inachtneming van de volgende bepalingen:

B. De gemeenteraad is bevoegd de gronden op de deelplankaart A Dousberg, begrensd door de lijn en aangegeven met resp. de cijfers X en XI te wijzigen, met inachtneming van het gestelde ter zake op de deelplankaart B Dousberg en de volgende bepalingen: