Plan:
Maastricht West
Status:
concept
Gemeente:
Maastricht
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Artikel 24. Onderaards gangenstelsel

24.1. Doeleindenomschrijving

A. De op de plankaart A als onderaards gangenstelsel aangegeven gronden zijn, behalve voor de doeleinden van de andere krachtens dit plan aan deze gronden gegeven bestemmingen (artikelen 6, 8, 9, 11 en 12), primair bestemd voor de bescherming en onderhoud van het onderaards gangenstelsel met cultuur-historische waarde.

B. Voor zover blijkens de plankaart A er nog een of meer andere samengestelde bestemmingen met onderaards gangenstelsel geheel of gedeeltelijk samenvalt, geldt het bepaalde in artikel 18 lid 2.

24.2. Bouwvoorschriften

A. In de voor onderaards gangenstelsel bestemde gronden is het niet toegestaan te bouwen.

B. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in dit lid sub A. ten behoeve van bebouwing als toegestaan ingevolge de ter plaatse op de plankaart A aangewezen andere bestemmingen, indien door de bouw en situering van de betreffende bebouwing, geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan het onderaards gangenstelsel.

C. Bij de vrijstelling van Burgemeester en Wethouders wordt de procedure in acht genomen zoals vermeld in artikel 28 lid 1.

24.3. Aanlegvergunning

A. Het is verboden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning), op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:

a. het vergroten en/of te verleggen van gangen;

b. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;

c. het aanbrengen van transport-, energie of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, tenzij zulks noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden.

B. Het in sub A. van dit lid bepaalde is niet van toepassing voor:

a. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde;

b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;

c. werken of werkzaamheden binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik;

d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, vrijstelling of anderszins mogen worden uitgevoerd.

C. De werken of werkzaamheden, als bedoeld onder A. van dit lid zijn slechts toelaatbaar, indien hierdoor geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan het onderaards gangenstelsel.

D. Bij het verlenen van een aanlegvergunning als bedoeld in dit artikellid wordt de procedure in acht genomen zoals vermeld in artikel 28 lid 6.