Plan:
Maastricht West
Status:
concept
Gemeente:
Maastricht
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Artikel 27. Algemene vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het in dit plan bepaalde:

1. ten aanzien van de plaats van de bestemmingsgrenzen, voor zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van andere ondergeschikte punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;

2. van de in de artikelen 6 t/m 17 genoemde maten, aantallen en percentages, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10% en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;

3. van enige bestemming van gronden:

- uitsluitend ten behoeve van het bouwen van bouwwerken van openbaar nut, zoals straatvoorzieningen voor afvalstoffen, transformatorhuisjes, telefooncellen en wachthuisjes, met dien verstande, dat de inhoud per op te richten bouwwerk niet meer dan 50 m³ zal bedragen en de goothoogte ervan niet meer dan 3,00 m. zal bedragen en:

- het plaatsen van straatvoorzieningen voor afvalstoffen, met dien verstande, dat de inhoud niet meer bedraagt dan 50 m³ per voorziening en de hoogte niet meer dan 3,00 m.

4. ten aanzien van de uitoefening van een bedrijfsactiviteit die niet voorkomt in de van deze voorschriften als bijlage deel uitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten, indien deze naar haar aard en invloed op de directe omgeving kan worden gelijk gesteld met een ter plaatse toegelaten milieucategorie bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat de Regionale Inspecteur van de Volksgezondheid voor de Milieuhygiëne in Limburg in de situatie wordt gehoord, indien sprake is van een negatief antwoord een positieve beslissing alleen kan worden genomen na ontvangst van een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten van Limburg;

5. ten aanzien van de uitoefening van bedrijfsactiviteiten vallend onder milieucategorie 3 volgens de Staat van bedrijfsactiviteiten die als bijlage is opgenomen in deze voorschriften, indien deze naar haar aard en invloed op de directe omgeving kan worden gelijk gesteld met een ter plaatse toegelaten milieucategorie bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat de Regionale Inspecteur van de Volksgezondheid voor de Milieuhygiëne in Limburg in de situatie wordt gehoord;

6. voor het uitbreiden van een bestaand woonwagencentrum met maximaal 3 standplaatsen met een oppervlakte van tenminste 175 m² per standplaats met dien verstande dat het totaal aantal plaatsen per woonwagencentrum nooit meer dan 15 mag bedragen, het totale bebouwde oppervlak van woonwagen en bijgebouwen per standplaats niet meer dan 60% mag bedragen, het gezamenlijk oppervlak van bijgebouwen bij de woonwagen niet meer dan 50 m² mag bedragen, de goothoogte van bijgebouwen bij de woonwagen niet meer dan 3,00 m. mag bedragen en de hoogte niet meer dan 4,00 m., de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad en de uitbreiding op een goede wijze ruimtelijk wordt ingepast;

7. voor het plaatsen van andere bouwwerken op gronden welke zijn gelegen in het gebied 3,00 m. vanaf de aan de weg gelegen perceelsgrens tot de aan de weg gelegen perceelsgrens;

8. voor het toevoegen van één bouwlaag bij grondgebonden woningen ( (...) is vervallen) en het toevoegen van één bouwlaag bij andere gebouwen, indien de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad en het past binnen het stedebouwkundig beeld van de omgeving;

9. voor het vervangen van gestapelde woningen door grondgebonden woningen voor gronden met een oppervlak van maximaal 5.000 m² per vrijstelling, indien de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad en het past binnen het stedebouwkundig beeld van de omgeving;

10. voor de van toepassing verklaring van de status van beschermd stadsgezicht en de daarmee samenhangende plantoevoegingen voor die gronden die daar voor zijn c.q. worden ingeschreven volgens de Monumentenwet 1988 (Stb. 1988, 638);

10. a. voor het plaatsen van antennes en antennemasten met een hoogte van maximaal 25,00 m.;

b. voor het afwijken van de op de plan¬kaart B aangegeven ruimtelijke karakteristieken tot maximaal 1,50 m. in de richting van de weg resp. tot 3,00 m. in de andere richtingen met inachtneming van het overig bepaalde in deze voorschriften, indien het past binnen het stedebouwkundige beeld van de omgeving en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;

c. voor de bouw van maximaal 5 garageboxen aaneen met een hoogte van maximaal 3,00 m., een breedte van maximaal 3,00 m. per garagebox en een oppervlakte per garagebox van maximaal 25 m², mits dit past binnen het stedebouwkundig beeld, het de ruimtelijke kwaliteit niet aantast en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.

11. bij de vrijstellingsbevoegdheid van Burgemeester en Wethouders wordt de procedure in acht genomen zoals vermeld in artikel 28 lid 1.