Plan:
Samengevoegd werkexemplaar Scharn-Noord
Status:
vastgesteld
Gemeente:
Maastricht
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze voorschriften wordt verstaan onder:

1. het plan:

het bestemmingsplan Scharn-noord als aangegeven op de bestemmingskaart deelgebied 1 (tekening nr. 069.44.9390) en bestemmingskaart deelgebied 2 (tekening nr. 069.44.9447) en in deze voorschriften, en het bestemmingsplan Scharn-Noord, herziening 2001, als aangegeven op de bestemmingskaart, deelgebied 1 (tekeningnummer 069.44.9390H) en bestemmingskaart, deelgebied 2 (tekeningnummer 069.44.9447H) en in deze voorschriften en het samengevoegd werkexemplaar als aangegeven op de bestemmingskaart deelgebied 1 (tekeningnummer 069.44.9390s) en bestemmingskaart deelgebied 2 (tekeningnummer 069.44.9447s) en in deze voorschriften.

2. agrarisch bedrijf:

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van telen van gewassen en/of het houden van dieren.

3. ambacht

op ondernemersgewijze manier vervaardigen of bewerken van goederen in verband met onderhoud en herstel, een en ander in hoofdzaak als handwerk, waarbij het accent niet ligt op massavervaardiging, inclusief verkoop van te plaatse vervaardigde of bewerkte goederen.

4. ander bouwwerk

een bouwwerk geen gebouw zijnde.

5. atelier

een gebouw of een gedeelte van een gebouw, welk gebouw of gedeelte daarvan is bestemd en/of wordt gebruikt ten behoeve van de vervaardiging van en/of het ontwerpen van kunst; een architectenbureau en een reclamebureau worden hieronder mede verstaan.

6. automatenhal / speelhal

een gebouw of een gedeelte van een gebouw, welk gebouw of gedeelte daarvan is bestemd en/of wordt gebruikt om het publiek gelegenheid te geven om spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen.

7. bebouwing:

één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken.

8. bebouwingsgrens

een op de bestemmingskaart aangegeven lijn, die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze voorschriften toegelaten afwijkingen.

9. bebouwingspercentage:

een op de bestemmingskaart of in de voorschriften aangegeven percentage dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel dat ten hoogste mag worden bebouwd.

10. bebouwingsoppervlak

een door bebouwingsgrenzen op de bestemmingskaart omgeven oppervlak waarmee gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegelaten.

11. bedrijf- / dienstwoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht.

12. beeldkwaliteitplan

een beschrijving over de wijze waarop de stedenbouwkundige en architectonische vormgeving en beeldkwaliteiten van de onderscheiden woonstraten en woonsferen zoveel mogelijk dienen te worden gerealiseerd; een en ander volgens door Burgemeester en Wethouders te nemen besluit(en).

13. bestemmingsgrens:

de op de bestemmingskaart aangegeven lijn, die de begrenzing vormt van een bestemming.

14. bestemmingsvlak:

een op de bestemmingskaart door bestemmingsgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven met een zelfde bestemming.

15. bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte gelegen vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond doch met uitzondering van de onderbouwen zolder.

16. bouwmarkt:

detailhandel met een al dan niet geheel overdekt verkoopvloeroppervlak van minimaal 1.000 m², waarop het volledige assortiment van bouw- en doe-het-zelfproducten uit voor-raad wordt aangeboden aan zowel vakman als particulier.

17. bouwperceel:

de aaneengesloten bebouwde en/of onbebouwde grond, behorende bij een krachtens het plan bestaand of op te richten bouwwerk of complex van bouwwerken.

18. bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal welke, hetzij indirect of direct met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

19. bijgebouw:

een vrijstaand dan wel aangebouwd gebouw, dat een gebruikseenheid vormt met en dienstbaar is aan een hoofdgebouw, zoals stalling voor motorvoertuigen, huishoudelijke bergruimte, hobbyruimte, veranda of serre.

20. bijzondere doeleinden

niet algemeen voorkomende stedelijke functies, waaronder centrale en educatieve functies.

21. coffeeshop:

gelegenheid waar koffie en andere niet-alcoholische dranken, en eventueel kleine schotels en snacks, kunnen worden verkregen voor consumptie ter plaatse.

22. cultuurhistorische waarde:

de in een bouwwerk of een gebied aanwezige waarde gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.

23. detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfs- of beroepsactiviteit.

24. dienstverlening:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten; prostitutie daaronder niet begrepen.

25. discotheek/dancing:

een horecabedrijf dat als hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het laten beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen.

26. eengezinshuis

een gebouw dat uitsluitend een woning omvat.

27. galerie

Tentoonstellings- en verkoopruimte voor kunst.

28. garagebedrijf

een bedrijf dat is gericht op het te koop aanbieden, waaronder uitstalling ter verkoop, kopen en herstellen van motorvoertuigen.

29. gebouw:

elk gebouw dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk, met wanden omsloten ruimte vormt.

30. gestapelde woning:

een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat.

31. groothandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfs- of beroepsactiviteit.

32. hoofdgebouw:

dat gedeelte van de bebouwing dat primair op de woonfunctie is gericht en zich visueel onderscheidt van de bijgebouwen.

33. horecabedrijf:

een bedrijf dat is gericht op het verstrekken van nachtverblijf

en/of het ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodaties; zulks met uitzondering van een discotheek/dancing, automaten-/speelhal resp. seks- en of pornobedrijf.

34. landschappelijke waarde:

de in een gebied aanwezige waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur.

35. matrix

een op de bestemmingskaart als aanduiding opgenomen, verticaal in vakjes onderverdeelde kolom, waarin per bouwlaag de bestemmingen staan aangegeven.

36. milieupark

terrein waarop onder toezicht bepaalde afvalstoffen kunnen worden afgegeven voor tijdelijke bewaring ter plaatse.

37. milieuperron

ondergronds en/of bovengronds terrein zonder nader toezicht ingericht voor het deponeren van gesorteerd huishoudelijk afval in kleine afvalcontainers voor tijdelijke bewaring ter plaatse.

38. onderbouw:

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,50 m. boven peil is gelegen.

39. peil:

het niveau van het hoogste punt van de weg ter plaatse van het bouwperceel.

40. prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

41. ruimtelijke kwaliteit

de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van die ruimte.

42. seks- en/of pornobedrijf

een voor het publiek toegankelijk gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin handelingen, vertoningen en/of voorstellingen van erotische en/of pornografische aard plaats vinden. Hieronder wordt mede begrepen een sekswinkel, zijnde een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te koop en/of te huur aanbieden, waaronder mede begrepen uitstalling, verhuren en/of leveren van seksartikelen. Een prostitutiebedrijf is hieronder begrepen. Seks- en/of pornobedrijf is een aparte functie en valt derhalve op geen enkele wijze onder enige andere functie c.q. doeleinden c.q. bestemming zoals bedoeld dan wel omschreven in dit bestemmingsplan.

43. setback

Een terugliggende bouwlaag die wordt geprojecteerd binnen de contouren van een denkbeeldig zadeldak dat op de grond van deze voorschriften is toegestaan en waarvan de helling van de vlakken maximaal 45º bedraagt; een setback wordt niet meegeteld bij de bepaling van de goothoogte.

44. smartshop

een gebouw of een deel van een gebouw voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van psychotrope stoffen aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker.

45. souterrain

een (gedeelte van een) gebouw dat voor meer dan de helft van de verdiepingshoogte beneden het peil is gelegen.

46. stedenbouwkundig beeld:

het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaald beeld in samenhang met de beelden gevormd door de infrastructuur, de begroeiing en andere, door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n).

47. straatprostitutie:

het zich op de openbare weg resp. op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg resp. op openbare ruimten bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. Straatprostitutie is een aparte functie en valt derhalve op geen enkele andere wijze onder enige andere functie c.q. doeleinden c.q. bestemming zoals bedoeld dan wel omschreven in dit bestemmingsplan.

48. tuincentrum:

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen, alsmede op het verkopen en leveren van gewassen en andere goederen voor het inrichten van tuinen.

49. verkoopvloeroppervlak:

vloeroppervlak, dat voor de bezoeker toegankelijk en zichtbaar is, inclusief etalage.

50. volumineuze goederen

goederen van enige omvang, te weten auto's, boten, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen.

51. voorgevel

gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van een weg en die in ruimtelijk opzicht de voorkant van het gebouw vormt.

52. voorgevelrooilijn:

denkbeeldige lijn waarin een (of meer) gevel(s) van een gebouw is (zijn) geplaatst en die is gelegen op een afstand van tenminste 4,00 m. vanuit de aan de weg(en) grenzende perceelsgrens.

53. vrij beroep

het uitoefenen van een beroep of het verlenen van diensten op juridisch, medisch, therapeutisch, administratief, kunstzinnig of daarmee gelijk te stellen gebied. Hieronder dienen niet te worden begrepen de uitoefening van ambachten, alsmede detailhandel en prostitutie.

54. weg:

een voor het openbaar rij- en ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

55. woning:

een gebouw, dan wel een gedeelte van een gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van tenminste een huishouden.

56. woonwagen:

een wagen, die (nagenoeg) voortdurend dient voor de huisvesting van tenminste een huishouden.