Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:
binnenwerks op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
vanaf het peil tot de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf het peil tot het hoogste punt van het ander bouwwerk.
het hoogste punt van een gebouw tot peil met dien verstande dat schoorstenen, liftschachten, lichtkoepels, antennes en soortgelijke bouwdelen van een gebouw buiten beschouwing blijven.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken (en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren) en de dakvlakken, zulks met inbegrip van erkers en dakkapellen en boven peil.
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijden van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren).
tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijden van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren).
De in deze voorschriften gegeven bepalingen omtrent plaatsing, afstanden en maten zijn niet van toepassing op gevel- en kroonlijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels, dakgoten en overstekende daken, ventilatiekanalen, schoorstenen en soortgelijke bouwdelen.
Naar vorige |
Niveau omhoog
Naar boven |
Naar volgende |