Plan:
Bestemmingsplan kern Borgharen
Status:
vastgesteld
Gemeente:
Maastricht
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Artikel 10. Agrarische bedrijfsdoeleinden

10.1. Doeleindenomschrijving

De op plankaart A als agrarische bedrijfsdoeleinden aangegeven gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3, 4 en 5, bestemd voor:

- agrarische bedrijfsdoeleinden;

- wonen in de ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan aanwezige en met de letter W op plankaart A aangeduide bedrijfswoning;

- kleinschalig verblijfsrecreatief medegebruik in de vorm van een beperkte verblijfsaccommodatie en/of maximaal 6 vakantieappartementen met een totaal vloeroppervlak van maximaal 400 m²;

- parkeervoorzieningen;

- groenvoorzieningen;

- additionele voorzieningen.

10.2. Bouwvoorschriften

Op of in de tot agrarische bedrijfsdoeleinden bestemde gronden mogen uitsluitend gebouwen, geen (bedrijfs)woningen zijnde, en andere bouwwerken worden opgericht die qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat de volgende voorschriften in acht worden genomen:

a. het op plankaart A aangegeven bebouwingsvlak mag geheel worden bebouwd.

b. de op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp-plan bestaande bedrijfswoning mag niet worden vergroot.

c. de goothoogte van gebouwen, geen woning zijnde, mag maximaal 4,50 m. bedragen.

d. de hoogte van andere bouwwerken mag maximaal 8,00 m. bedragen. Voor terrein- en erfafscheidingen is het bepaalde in de bouwverordening van toepassing.

10.3. Vrijstellingsbevoegdheid

A. Burgemeester en Wethouders kunnen, uitsluitend indien de aard van het bedrijf of bedrijfseconomische omstandigheden zulks wettigen, vrijstelling verlenen:

a. van het bepaalde in lid 2. sub c. tot vergroting van de goothoogte van gebouwen, geen woning zijnde, tot ten hoogste 6,50 m.;

b. van het bepaalde in lid 2. sub d. tot vergroting van de hoogte van andere bouwwerken tot maximaal 15,00 m.

B. Bij het verlenen van vrijstelling als bedoeld in sub A. dient het onderstaande in acht te worden genomen:

a. de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;

b. er mogen geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;

c. de parkeerbalans in de directe woonomgeving mag niet onevenredig nadelig worden of kunnen worden beïnvloed;

d. aan het stedenbouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse mag geen afbreuk worden gedaan.

10.4. Wijzigingsbevoegdheid

A. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om de bestemming agrarische bedrijfsdoeleinden na bedrijfsbeëindiging te wijzigen in de bestemming gemengde doeleinden. Indien en voor zover woningen worden gerealiseerd dient het bepaalde in artikel 3 lid 8. (provinciale richtcijfers voor de woningbouw) en artikel 4 lid 10. (hindercirkel agrarisch bedrijf) in acht te worden genomen.

B. Bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid is Afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht (Stb. 1992, 315) van toepassing.

10.5. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, indien dit noodzakelijk is:

a. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

b. ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit, het stedenbouwkundig beeld of de cultuurhistorische resp. archeologische waarden ter plaatse;

c. in verband met de verkeers-, sociale en brandveiligheid.