Plan:
Bestemmingsplan kern Borgharen
Status:
vastgesteld
Gemeente:
Maastricht
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Artikel 8. Bijzondere doeleinden

8.1. Doeleindenomschrijving

De op plankaart A als bijzondere doeleinden aangegeven gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3, 4 en 5, bestemd voor:

- bijzondere doeleinden;

- parkeervoorzieningen;

- groenvoorzieningen en volkstuinen;

- additionele voorzieningen.

8.2. Bouwvoorschriften

Op de tot bijzondere doeleinden bestemde gronden mogen uitsluitend gebouwen, geen (dienst)woningen zijnde, en andere bouwwerken worden opgericht die qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat de volgende voorschriften in acht worden genomen:

a. het op plankaart A aangegeven bebouwingsvlak mag geheel worden bebouwd.

b. de op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan bestaande goothoogte mag niet worden overschreden.

c. de hoogte van andere bouwwerken, maximaal 3,00 m. mag bedragen. Voor terrein- en erfafscheidingen is het bepaalde in de bouwverordening van toepassing.

8.3. Vrijstellingsbevoegdheid

A. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 2. sub a. voor het uitbreiden van de bestaande bebouwing buiten het op plankaart A aangegeven bebouwingsvlak, mits de oppervlakte van deze uitbreiding niet meer bedraagt dan 25% van de oppervlakte van de bestaande bebouwing, de goothoogte maximaal 3,50 m. bedraagt en de uitbreiding noodzakelijk is in verband met de uitoefening van de betreffende bijzondere doeleindenfunctie.

B. Bij het verlenen van vrijstelling als bedoeld in sub A. dient het onderstaande in acht te worden genomen:

a. de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;

b. er mogen geen onevenredig nadelige gevol-gen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;

c. de parkeerbalans in de directe woonomgeving mag niet onevenredig nadelig worden of kunnen worden beïnvloed;

d. aan het stedenbouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse mag geen afbreuk worden gedaan.

8.4. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, indien dit noodzakelijk is:

a. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

b. ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit, het stedenbouwkundig beeld of de cultuurhistorische resp. archeologische waarden ter plaatse;

c. in verband met de verkeers-, sociale en brandveiligheid.