Plan:
Bestemmingsplan kern Itteren
Status:
vastgesteld
Gemeente:
Maastricht
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Artikel 6. Woondoeleinden

6.1. Doeleindenomschrijving

De op plankaart A als woondoeleinden aangegeven gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 16, 17, 19 en 20 voor zover het tevens betreft waterbergend winterbed, grondwaterbeschermingsgebied, beschermingszone b resp. beschermingszone c, bestemd voor:

- woondoeleinden, waaronder aan huis gebonden beroepen, waarbij in de op plankaart A aangegeven matrix in het linkervak het type bebouwing voor de aaneengesloten gronden als volgt aangeeft:

1 = grondgebonden,

2 = gestapeld;

- parkeervoorzieningen;

- groenvoorzieningen, inclusief speelvoorzieningen;

- additionele voorzieningen,

en tevens voor zover op plankaart A aangegeven met de letter(s):

D voor detailhandelsdoeleinden, met uitzondering van smartshops;

H voor horecadoeleinden, met uitzondering van coffeeshops;

B(l) voor bedrijfsdoeleinden, specifiek ten behoeve van agrarisch loonbedrijf;

B(b) voor bedrijfsdoeleinden, specifiek ten behoeve van bouwbedrijf.

6.2. Beschrijving in hoofdlijnen

De in lid 1. omschreven doeleinden worden met inachtneming van het bepaalde in artikel 5 als volgt nagestreefd:

a. Situering van de functies De op grond van dit artikel toegestane functies zijn uitsluitend op de begane grond toegestaan, met uitzondering van de woonfunctie die zowel op de begane grond als op de verdiepingen is toegestaan.

b. Aan huis gebonden beroepen en praktijken De woning inclusief bijgebouwen kan worden gebruikt voor aan huis gebonden beroepen en praktijken, met dien verstande dat:

- de woonfunctie in de woning in overwegende mate blijft gehandhaafd;

- geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan.

c. Detailhandelsdoeleinden Detailhandelsdoeleinden zijn op plankaart A aangeduid met de letter D. Deze functies mogen, voor zover gelegen buiten de op plankaart A aangegeven zonering centrumgebied, worden gehandhaafd maar mogen niet in bedrijfsvloeroppervlak worden uitgebreid. Indien deze afwijkende functie, buiten de zonering centrumgebied, gedurende een aaneengesloten periode van minimaal 3 jaren niet wordt uitgeoefend, mag de afwijkende functie ter plaatse niet meer worden voortgezet. Elders binnen deze bestemming, buiten de zonering centrumgebied, zijn detailhandelsdoeleinden uitgesloten.

d. Horecadoeleinden Horecadoeleinden zijn op plankaart A aangeduid met de letter H. Deze functies mogen, voor zover gelegen buiten de op plankaart A aangegeven zonering centrumgebied, worden gehandhaafd maar mogen niet in bedrijfsvloeroppervlak worden uitgebreid. Indien deze afwijkende functie gedurende een aaneengesloten periode van minimaal 3 jaren niet wordt uitgeoefend, mag deze functie ter plaatse niet meer worden voortgezet. Elders binnen deze bestemming zijn horecadoeleinden uitgesloten.

e. Bedrijfsdoeleinden Bedrijfsdoeleinden met een bedrijfsvloeroppervlak groter dan 125 m² zijn op plankaart A aangeduid met de letters B(l) (agrarisch loonbedrijf) en B(b) (bouwbedrijf). Beide functies zijn tevens de enige twee vormen van bedrijfsuitoefening binnen het plangebied die zijn opgenomen onder milieucategorie 3 van de als bijlage van deze voorschriften deel uitmakende Staat van Bedrijfs-activiteiten. Beide functies mogen worden gehandhaafd, maar mogen niet in bedrijfsvloeroppervlak worden uitgebreid. Indien deze afwijkende functie gedurende een aaneengesloten periode van minimaal 3 jaren niet wordt uitgeoefend, mag deze functie ter plaatse niet meer worden voortgezet. Elders binnen deze bestemming zijn bedrijfsactiviteiten in milieucategorie 3 alsmede bedrijfsdoeleinden en consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten groter dan 125 m² uitgesloten.

6.3. Bouwvoorschriften

Op de tot woondoeleinden bestemde gronden mogen uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht die qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat:

(hoofdgebouwen) a. het rechtervak van de op plankaart A aangegeven matrix het maximaal aantal bouwlagen aangeeft voor de aaneengesloten gronden;

b. behoudens het bepaalde in sub c. de op plankaart A aangegeven bestaande bebouwing niet mag worden uitgebreid, met uitzondering van bijgebouwen;

c. bestaande hoofdgebouwen mogen worden uitgebreid tot maximaal het aantal bouwlagen zoals in de ter plaatse geldende matrix is aangegeven;

d. binnen de onderhavige bestemming geen nieuwe woningen mogen worden opgericht, met uitzondering van vervangende nieuwbouw ter plaatse van bestaande woningen; de in dit lid gegeven regels dienen in acht te worden genomen;

e. de inhoud van een grondgebonden woning minimaal 250 m³ moet en maximaal 1.000 m³ mag bedragen;

(bijgebouwen) f. de oppervlakte van bijgebouwen per grondge-bonden woning maximaal 80 m² mag bedragen, waarvan ten hoogste 12 m² voor dierenverblijf, met dien verstande dat niet meer dan 50% van het erf mag worden bebouwd;

g. de oppervlakte van bijgebouwen per gestapelde woning maximaal 20 m² mag bedragen, tot een totale oppervlakte van maximaal 160 m² per woongebouw, met dien verstande dat niet meer dan 50% van het erf mag worden bebouwd;

h. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw maxi-maal 3,00 m. mag bedragen, met uitzondering van duivenhokken waarvan de goothoogte maxi-maal 4,00 m. mag bedragen;

i. de goothoogte van een aangebouwd bijgebouw niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;

j. de nokhoogte van bijgebouwen maximaal 6,00 m. mag bedragen;

k. bijgebouwen uitsluitend op het zij- en/of achtererf op minimaal 3,00 m. achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw mogen worden opgericht. Op percelen die aan de achterzijde grenzen aan het openbaar gebied in de vorm van een straat of een tot de op plankaart B aangeduide hoofdgroenstructuur behorende groenzone dient de afstand van bijgebouwen tot de achterste perceelsgrens tenminste 5,00 m. te bedragen;

l. bij vrijstaande woningen slechts één bijgebouw per twee aangrenzende bouwpercelen in dezelfde perceelsgrens mag worden opgericht;

(andere bouwwerken) m. de hoogte van andere bouwwerken maximaal 3,00 m. mag bedragen met uitzondering van erfafscheidingen welke voor de voorgevelrooilijn maximaal 1,00 m. en achter de voorgevelrooilijn maximaal 2,00 m. hoog mogen zijn, voorzieningen voor de openbare verlichting die maximaal 10,00 m. hoog mogen zijn en antennes en antennemasten ten behoeve van de woonfunctie die maximaal 12,00 m. hoog mogen zijn.

6.4. Vrijstellingsbevoegdheid

A. Burgemeester en Wethouders zijn be¬voegd vrij-stel¬ling te verlenen:

(t.a.v. functies) a. van het bepaalde in lid 1. voor het gebruik van de woning voor de uitoefening van consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten resp. bedrijfsdoeleinden in milieucategorie 1 en 2 zoals opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 1), onder de voorwaarden dat:

- maximaal 30% van het vloeroppervlak van de woning inclusief de daarbij behorende bijgebouwen tot een maximum van 125 m² als zodanig mag worden gebruikt;

- detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit kan plaatsvinden.

b. van het bepaalde in lid 1. voor het gebruik van de woning ten behoeve van een galerie of atelier, onder de voorwaarden dat:

- maximaal 30% van het vloeroppervlak van de woning inclusief de daarbij behorende bijgebouwen tot een maximum van 125 m² als zodanig worden gebruikt;

- detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit kan plaatsvinden.

(t.a.v. bouwvoorschriften) c. van het bepaalde in lid 2. sub c., sub d. resp. sub e. voor zover het betreft detailhandelsdoeleinden (D), horecadoeleinden (H) resp. bedrijfsdoeleinden (B) voor het eenmalig uitbreiden van de ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan bestaande inhoud met maximaal 10%;

d. van het bepaalde in lid 3. sub b. voor het uit-breiden van een woning met 30% van de be-staande inhoud, met dien verstande dat maxi-maal 50% van het erf mag worden bebouwd, met inachtneming van het bepaalde in lid 2. sub c. t/m e. en het overige bepaalde in lid 3. en mits de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse niet vermindert;

e. van het bepaalde in lid 3. sub d. ten behoeve van de nieuwbouw van grondgebonden wo-ningen, met inachtneming van het overige bepaalde in lid 3. en met dien verstande dat per aanvraag slechts één woning kan worden gehonoreerd en de afstand tussen voor- en achtergevel maximaal 15,00 m. mag bedragen;

f. van het bepaalde in lid 3. sub k. voor het bouwen van bijgebouwen tot maximaal 3,00 m. voor de voorgevel van het hoofdgebouw.

B. Bij het verlenen van vrijstelling als bedoeld in sub A. dient het onderstaan¬de in acht te worden genomen:

a. de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;

b. er mogen geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;

c. de parkeerbalans in de directe woonomgeving mag niet onevenredig nadelig worden of kunnen worden beïnvloed;

d. aan het stedenbouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse mag geen afbreuk worden gedaan.

6.5. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen met betrekking tot het bepaalde in lid 2. en 3. nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aan-grenzende gronden en bouwwerken resp. indien dit noodzakelijk is ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit, het stedenbouwkundige beeld, de cultuur-historische resp. archeologische waarde ter plaatse.