Plan:
Maastricht West
Status:
concept
Gemeente:
Maastricht
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Artikel 11. Groenvoorzieningen

11.1. Doeleindenomschrijving

De op de plankaart A als groenvoorzieningen aangegeven gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3 lid 11., 19, 20A, 22 en 23 voor zover het tevens betreft archeolgisch attentiegebied, beschermingszone a, beschermingszone c, grondwaterbeschermingsgebied resp. onderaards gangenstelsel, bestemd voor:

- groenvoorzieningen;

- waterpartijen;

- fiets- en voetpaden;

- doeleinden van openbaar nut;

- parkeervoorzieningen,

en voor zover op de plankaart A aangegeven met de letter(s):

V uitsluitend voor volkstuinencomplex en

N uitsluitend voor beschermd natuurmonument.

11.2. Beschrijving in hoofdlijnen

De in lid 1. omschreven doeleinden worden met inachtneming van artikel 5 als volgt nagestreefd:

a. de groenvoorzieningen maken een integraal onderdeel uit van het stadsdeel West;

b. de structuur en begroeiing van de groenvoorzieningen is zodanig dat de sociale veiligheid wordt gemaximaliseerd;

c. het beschermde natuurmonument is van zodanige waarde, dat het slechts beperkt toegankelijk is;

d. de op de plankaart B aangegeven ruimtelijke karakteristieken worden gerespecteerd;

e. de doeleinden van openbaar nut nemen in de bestemming een ondergeschikte plaats in qua situering en omvang.

11.3. Bouwvoorschriften

a. Op de tot groenvoorzieningen bestemde gronden mogen uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht die in overeen¬stemming zijn met het in dit artikel bepaalde;

b. per volkstuinencomplex mag slechts één gebouw met een oppervlakte van maximaal 150 m² en een goothoogte van maximaal 3,00 m. worden gebouwd en met uitzondering van de gronden aangeduid met de letter N op de plankaart A als beschermd natuurmonument, waar niet mag worden gebouwd; artikel 17 W.R.O. is voor deze gronden niet van toepassing;

c. (vervallen)

d. (vervallen)

e. De hoogte van andere bouwwerken mag maximaal 8,00 m. bedragen met uitzondering van erfafscheidingen die voor de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw maximaal 1,00 m. en achter de voorgevelrooilijn maximaal 2,00 m. hoog mogen zijn;

f. andere bouwwerken mogen slechts worden geplaatst op gronden welke zijn gelegen in het gebied 3,00 m. vanaf de aan de weg gelegen perceelsgrens.

11.4. Vrijstellingsbevoegdheid

A. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen voor:

- (vervallen)

- (vervallen)

- het realiseren van volkstuincomplexen met een grondoppervlak van maximaal 10.000 m² per complex en per complex één gebouw met een goothoogte van maximaal 3,00 m. en een grondoppervlak van maximaal 250 m²

mits dit vanuit de organisatie resp. vereniging noodzakelijk is en het stedebouwkundig beeld ter plaatse niet onevenredig wordt aangetast.

B. Bij de vrijstellingen van Burgemeester en Wet¬houders wordt de procedure in acht genomen zoals vermeld in artikel 28 lid 1.

11.5. Wijzigingsbevoegdheid

A. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd de gronden op de deelplankaarten A (Annadal, Pottenberg en Malpertuis) begrensd door de lijn afbeelding "o1049.jpg"en aangegeven met resp. de cijfers I, II, III en IV te wijzigen met inachtneming van de volgende bepalingen:

I. Via Regia - Becanusstraat (Annadal)

in kantoordoeleinden en woondoeleinden:

- bij deze wijziging zijn tevens de bestemmingen bijzondere doeleinden en verkeersdoeleinden, gelegen op de gronden binnen de begrenzing aangeduid met I betrokken;

- voor de totale grond binnen de begrenzing aangeduid met I geldt een bebouwingspercentage van maximaal 50, een aantal bouwlagen van maximaal 7 en een maxi¬maal bedrijfsvloeroppervlak van maximaal 5.000 m²;

- het Ministerie van Economische Zaken, rijksconsulentschap Limburg wordt ter zake gehoord

mits dit om economische redenen noodzakelijk is, de parkeerbalans in de directe omgeving niet nadelig wordt of kan worden beïnvloed en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse niet onevenredig wordt aangetast.

II. Via Regia - Amfoorpad (Pottenberg)

in woondoeleinden, bedrijfsdoeleinden en bijzondere doeleinden:

- het bebouwingspercentage bedraagt maxi¬maal 30;

- voor de woningbouw geldt dat alleen gestapelde woningbouw plaats mag vinden in maximaal 16 bouwlagen;

- voor bedrijfsdoeleinden en bijzondere doeleinden geldt dat in het totaal maximaal 500 m² bedrijfsvloeroppervlak is toegestaan. De bedrijfsdoeleinden en de bijzondere doeleinden zijn alleen op begane grondniveau toegestaan;

- het Ministerie van Economische Zaken, rijksconsulentschap Limburg wordt ter zake gehoord voor zover het de bedrijfsdoeleinden betreft en

mits dit om economische redenen noodzakelijk is, de parkeerbalans in de directe omgeving niet nadelig wordt of kan worden beïnvloed en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse niet onevenredig wordt aangetast.

III. Amfoorstraat-Via Regia-Park (Pottenberg)

in woondoeleinden:

- het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 40;

- het aantal bouwlagen bedraagt maximaal 4 en

mits dit om economische redenen noodzakelijk is, de parkeerbalans in de directe omgeving niet nadelig wordt of kan worden beïnvloed en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse niet onevenredig wordt aangetast.

IV. Majolicastraat-Via Regia-Park (Pottenberg)

en Pintepad - Via Regia-Park (Malpertuis)

in woondoeleinden:

- er mogen uitsluitend grondgebonden woningen worden gebouwd;

- het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 50;

- het aantal bouwlagen bedraagt maximaal 2 en

mits dit om economische redenen noodzakelijk is, de parkeerbalans in de directe omgeving niet nadelig wordt of kan worden beïnvloed en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse niet onevenredig wordt aangetast.

A.1. De Raad van de gemeente is bevoegd de gronden op de deelplankaart A (Oud Caberg) begrensd door de lijn afbeelding "o1050.jpg" en aangegeven met het cijfer VI te wijzigen met in achtneming van de volgende bepalingen:

VI. Moletteplein (Oud-Caberg)

in woondoeleinden en bijzondere doeleinden:

- voor de woningbouw geldt dat uitsluitend gestapelde woningen worden gebouwd;

- op de begane grond zijn bijzondere doeleinden toegestaan met maximaal 500 m² grondoppervlak;

- het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 40;

- het aantal bouwlagen bedraagt maximaal 3 en

mits dit om economische redenen noodzakelijk is, de parkeerbalans in de directe omgeving niet nadelig wordt of kan worden beïnvloed en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse niet onevenredig wordt aangetast.

B. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd de bestemming groenvoorzieningen, voor zover niet op de plankaart A aangegeven met de letter N, te wijzigen in de bestemming gemengde doeleinden met een maximaal grondoppervlak van 1.000 m² per wijziging, met dien verstande dat de toegestane functies zijn: woondoeleinden, kantoordoeleinden tot maximaal 500 m² bedrijfsvloeroppervlak, detailhandelsdoeleinden tot maximaal 200 m² bedrijfsvloeroppervlak, bijzondere doeleinden, consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten, horecadoeleinden resp. bedrijfsdoeleinden, mits dit om economische redenen noodzakelijk is, de parkeerbalans in de directe omgeving niet nadelig wordt of kan worden benvloed en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse niet onevenredig nadelig wordt aangetast.

B.1. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd de bestemming groenvoorzieningen, voor zover niet op de plankaart A aangegeven met de letter N, te wijzigen in de bestemming verkeersdoeleinden over een lengte van maximaal 500,00 m. en met een breedte van maximaal 6,00 m., mits dit vanuit verkeerstechnisch oogpunt noodzakelijk is en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse niet onevenredig nadelig wordt aangetast.

C. De Raad van de gemeente is bevoegd de bestemming groenvoorzieningen voor zover op de plankaart A voorzien van het teken afbeelding "o1051.jpg" te wijzigen in de bestemming gemengde doeleinden met een maximaal grondoppervlak van 2.500 m², met dien verstande dat de toegestane functies zijn: woondoeleinden, kantoordoeleinden tot maximaal 500 m² bedrijfsvloeroppervlak, detailhandelsdoeleinden tot maximaal 200 m² bedrijfsvloeroppervlak, bijzondere doeleinden, consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten, horecadoeleinden resp. bedrijfsdoeleinden, mits dit om economische redenen noodzakelijk is, de parkeerbalans in de directe omgeving niet nadelig wordt of kan worden beïnvloed en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse niet onevenredig wordt aangetast.

D. Bij de wijzigingsbevoegdheid van Burgemeester en Wethouders als bedoeld in sub A. en B. wordt de procedure in acht geno¬men zoals vermeld in artikel 28 lid 3.

E. Bij de wijzigingsbevoegdheid van de Raad van de gemeente als bedoeld in sub A.1. en C. wordt de procedure in acht genomen zoals ver¬meld in artikel 28 lid 4.

11.6. Aanlegvergunning

A. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) op of in de voor groenvoorzieningen bestemde gronden met de aanduiding N op de plankaart A (beschermd natuurgebied) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:

a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden, picknickplaatsen en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;

b. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;

c. het aanbrengen van transport-energie- of tele¬communicatieleidingen en de daarmee verbandhoudende constructies, installaties en apparatuur, tenzij zulks noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gericht gebruik van de grond;

d. het vellen of rooien van houtgewas of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadigingen van houtgewas ten gevolge kunnen hebben.

B. Het onder A. van dit lid bepaalde is niet van toepassing voor:

a. werkzaamheden normale onderhoudswerkzaamheden zijnde;

b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;

c. werken of werkzaamheden binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik;

d. werken of werkzaamheden welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn, dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, vrijstelling of anderszins, mogen worden uitgevoerd;

e. werken of werkzaamheden die ingevolge artikel 12 van de Natuurbeschermingswet (Stb. 1967, 572) een vergunning van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij vereisen, dan wel handelingen zijn die voor¬zien zijn in een beheerplan, als bedoeld in artikel 14 van die wet.

C. Bij het verlenen van een aanlegvergunning als bedoeld in dit artikellid wordt de procedure in acht genomen zoals vermeld in artikel 28 lid 6.