Plan:
Maastricht West
Status:
concept
Gemeente:
Maastricht
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Artikel 9. Bijzondere doeleinden
9.1. Doeleindenomschrijving

De op de plankaart A als bijzondere doeleinden aangegeven gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3 lid 11., 20A, 22 en 23 voor zover het tevens betreft archeologisch attentieg¬bied, beschermingszone c, grondwaterbeschermingsgebied resp. onderaards gangenstelsel, bestemd voor:

- bijzondere doeleinden;

- doeleinden van openbaar nut;

- groenvoorzieningen;

- verkeersdoeleinden in de vorm van ontsluitingswegen, fiets- en voetpaden;

- parkeervoorzieningen.

9.2. Beschrijving in hoofdlijnen

De in lid 1. omschreven doeleinden worden met inachtneming van het bepaalde in artikel 5 als volgt nagestreefd:

a. handhaving en waar mogelijk versterking van bijzondere doeleinden is uitgangspunt;

b. kantoordoeleinden zijn niet toegestaan, tenzij dit verband houdt met de toegestane en daadwerkelijk uitgeoefende functie;

c. de doeleinden van openbaar nut nemen in de bestemming een ondergeschikte plaats in qua situering en omvang;

d. de op de plankaart B aangegeven ruimtelijke karakteristieken worden gerespecteerd;

e. er wordt door de gemeente bij herinrichting van het openbaar gebied gestreefd naar realisering van voldoende parkeergelegenheid.

9.3. Bouwvoorschriften

a. Op de tot bijzondere doeleinden bestemde gronden mogen uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht die in overeenstemming zijn met het in dit artikel bepaalde;

b. op de plankaart A is in het linker vak van de matrix het maximale bebouwingspercentage per aaneengesloten gronden met de bestemming bijzondere doeleinden aangegeven;

c. op de plankaart A is in het rechter vak van de matrix de maximale goothoogte in meters per aaneengesloten bestemming aangegeven;

d. (vervallen)

e. de hoogte van andere bouwwerken mag maximaal 8,00 m. bedragen met uitzondering van erfafscheidingen die voor de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw maximaal 1,00 m. en achter de voorgevelrooilijn maximaal 2,00 m. hoog mogen zijn;

f. andere bouwwerken mogen slechts worden geplaatst op gronden welke zijn gelegen in het gebied 3,00 m. vanaf de aan de weg gelegen perceelsgrens tot aan de achterperceelsgrens.

9.4. Vrijstellingsbevoegdheid

A. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen voor:

- het oprichten van één dienstwoning in maximaal 2 bouwlagen met een inhoud van minimaal 250 m³ en maximaal 750 m³ indien dit met het oog op het beheer van de betreffende bijzondere bebouwing noodzakelijk of gewenst is,

- (vervallen)

- (vervallen)

mits dit om economische redenen noodzakelijk is, de parkeerbalans in de directe omgeving niet nadelig wordt beïnvloed en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse niet vermindert.

B. Bij een vrijstelling door Burgemeester en Wet¬houders wordt de procedure in acht genomen zoals vermeld in artikel 28 lid 1.

9.5. Wijzigingsbevoegdheid

A. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om de bestemming bijzondere doeleinden te wijzigen in:

- woondoeleinden tot een maximum grondoppervlak van 10.000 m² per aanvraag met een maximaal aantal woningen van 60 en een maximaal aantal bouwlagen van 7;

- gemengde doeleinden tot een maximum grondoppervlak van 10.000 m² met een bebouwingspercentage van maximaal 60 en een goothoogte van maximaal 8,00 m.,

mits dit om economische redenen noodzakelijk is, de parkeerbalans in de directe omgeving niet nadelig wordt beïnvloed en het stedebouwkundig beeld en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse niet vermindert.

B. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd de gronden op de deelplankaart A Annadal begrensd door de lijn en aangegeven met het cijfer I te wijzigen in kantoordoeleinden en woondoeleinden met inachtneming van de volgende bepalingen:

- bij deze wijziging zijn tevens de bestemmingen groenvoorzieningen en verkeersdoeleinden, gelegen op de gronden binnen de begrenzing aangeduid met I, betrokken;

- voor de totale grond binnen de begrenzing aangeduid met I geldt een bebouwingspercentage van maximaal 50, een aantal bouwlagen van maximaal 7 en een bedrijfsvloeroppervlak van maximaal 5.000 m²;

- het Ministerie van Economische Zaken, rijks¬consulentschap Limburg wordt ter zake gehoord

indien dit om economische redenen noodzakelijk is, de parkeerbalans in de directe omgeving niet nadelig wordt beïnvloed en het stedebouwkundig beeld en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse niet vermindert.

C. Bij de wijzigingsbevoegdheden van Burgemeester en Wethouders wordt de procedure in acht genomen zoals vermeld in artikel 28 lid 3.