Plan:
Samengevoegd werkexemplaar Scharn-Noord
Status:
vastgesteld
Gemeente:
Maastricht
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Artikel 16. Bedrijfsdoeleinden (B)

1. De gronden met de bestemming bedrijfsdoeleinden (B) mogen uitsluitend worden gebruikt voor:

a. de bedrijfsuitoefening in de sectoren, zoals deze staan vermeld onder de categorieën 1 en 2 van de als bijlage 2 opgenomen staat van Inrichtingen met uitzondering van bedrijven vallende onder het Besluit categorie A-inrichtingen Wet geluidhinder (K.B. 15.10.1981, Staatsblad 671), et dien verstande, dat met uitsluiting van de Staat van Inrichtingen, de gronden met de subbestemming:

b : uitsluitend voor brandstofverkooppunt, inclusief LPG, en de dienstverlening aan het wegverkeer;

g : uitsluitend voor garagebedrijf, showroom en spuitcabine;

f : uitsluitend voor groothandel in groente en fruit;

c : uitsluitend voor containerverhuurbedrijf;

m: uitsluitend voor motorrevisiebedrijf;

mogen worden gebruikt;

c. ontsluitingswegen en parkeerterreinen.

2. I. Op deze gronden mogen met inachtneming van de subbestemming en behoudens op de gronden met de nadere aanwijzing (o) onbebouwd, uitsluitend worden gebouwd:

a. gebouwen, geen woningen zijnde, ten behoeve van het in lid 1. toegestane gebruik;

b. die andere bouwwerken, welke qua aard bij het in lid 1. toegestane gebruik passen en niet hoger zijn dan 5,00 meter;

c. één dienstwoning per bedrijfsvestiging op de gronden als aangegeven op bestemmingskaart met de subbestemming -g met een vloeroppervlakte van maximaal 250 m2.

II. Op de gronden met de nadere aanwijzing (o) onbebouwd, mogen met inachtneming van de subbestemming uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd, welke qua aard bij het in lid 1.toegestane gebruik passen en niet hoger zijn dan 3,00 meter, behoudens voor zover de gronden nader zijn aangeduid met de subbestemming - b, in welk geval de hoogte van andere bouwwerken, welke qua aard bij het in lid 1. toegestane gebruik passen, maximaal 5,50 meter mag bedragen en een bijbehorende reclamezuil, welke maximaal 7 meter mag bedragen.

3. De parkeervoorzieningen moeten voldoen aan de in de bijlage 3 van de voorschriften aangegeven normen.

4. Burgemeester en Wethouders kunnen van het bepaalde in lid 1. sub a. vrijstelling verlenen van de subbestemmingen -b, -g, -f, -c en -m tot het toelaten van bedrijven welke staan vermeld onder de categorieën 1 en 2 van de als bijlage 2 opgenomen Staat van Inrichtingen, met dien verstande, dat uit een daartoe strekkend advies van de Inspecteur voor de Volksgezondheid en de Hygiëne van het Milieu is gebleken dat geen gevaar c.q. hinder is te vrezen voor het woon- en leefmilieu.

5. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 2. sub I.c. ten behoeve van de bouw van een dienstwoning met een vloeroppervlakte van maximaal 250 m2, op de gronden als aangegeven op bestemmingskaart met de subbestemmingen -b, -f -c en -m waar geen dienstwoning is toegestaan, mits:

a. een akoestisch onderzoek is ingesteld naar het verwachte geluidsniveau ten gevolge van het verkeerslawaai aan de gevels van de woningen;

b. de Inspecteur voor de Volksgezondheid en de Hygiëne van het Milieu is gehoord omtrent het akoestisch onderzoek en de eventueel te nemen maatregelen.