Plan:
Samengevoegd werkexemplaar Scharn-Noord
Status:
vastgesteld
Gemeente:
Maastricht
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Artikel 32. Algemene wijzigingsbevoegdheid

1. Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen voor zover betreft de op de bestemmingskaart aangegeven bestemmingen met betrekking tot de begrenzingen, met dien verstande, dat de oppervlakte van de te wijzigen bestemming met niet meer dan 10% van de oppervlakte per bestemmingsvlak wordt gewijzigd.

2. Het toevoegen, opheffen en/of wijzigen van subbestemmingen, mits daardoor de bestemming niet wordt aangetast en mits de bestemming nog niet is gerealiseerd of het gebruik overeenkomstig de subbestemming is beëindigd, met dien verstande dat:

a. het toevoegen van de subbestemming -s aan de bestemming woondoeleinden (W) slechts is toegestaan indien door de omvang en het karakter van het pand het gebruik als eengezinshuis niet aannemelijk is of een open erf met afmetingen van 5 x de breedte van de achtergevel ontbreekt;

b. het toevoegen, opheffen en/of wijzigen van de resp. subbestemming bij de bestemming bedrijfsdoeleinden (B) slechts is toegestaan indien daardoor geen onevenredige belasting zal ontstaan voor het wonen en het leefmilieu, blijkens een daartoe strekkend advies van de Inspecteur voor Volksgezondheid en de Hygiëne van het Milieu.

3. Burgemeester en Wethouder kunnen de op de bestemmingskaart tot maatschappelijke doeleinden (M) subbestemming s -gelegen in het mest zuidwestelijke plandeel -bestemde gronden en tot bedrijfsdoeleinden (B) subbestemming c bestemde gronden wijzigen in de bestemming woongebied, indien:

- de gronden niet meer gebruikt worden voor de krachtens dit plan aan het betreffende deel van de gronden gegeven bestemming; of:

- de gronden benodigd worden voor woondoeleinden. Hiervan is in ieder geval sprake indien op meer dan 70% van de gronden bestemdtot woongebied, wonen feitelijk is gerealiseerd;

mits voordat van de wijzigingsbevoegdheid gebruik kan worden gemaakt:

- de bodem van de gronden van het te wijzigen gebied onderzocht is op de milieuhygiënische kwaliteit en, indien nodig, feitelijk gesaneerd wordt.

4. Burgemeester en Wethouders kunnen de op de bestemmingskaart tot: bedrijfsdoeleinden (B) subbestemming c. bestemde gronden wijzigen in de bestemming Maatschappelijke doeleinden (M) subbestemmings.

indien:

- de gronden niet meer gebruikt worden voor de krachtens dit plan aan het betreffende deel van de gronden gegeven bestemming; of

- de gronden benodigd worden voor Maatschappelijke doeleinden (M) subbestemming s. op grond van de ontwikkelingen in de huisvesting c.q. vestiging van onderwijsinstellingen.

5. Indien Burgemeester en Wethouders voornemens zijn gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in de leden 1. , 2. , 3. en 4. gelden hiervoor de volgende procedureregels:

a. het ontwerpbesluit, waarbij toepassing is gegeven aan het bepaalde in lid 1., ligt gedurende tenminste 14 dagen ter gemeentesecretarie voor belanghebbenden ter inzage;

b. Burgemeester en Wethouders maken de nederlegging tevoren in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze bekend;

c. de bekendmaking houdt in de bevoegdheid van belanghebbenden tot het schriftelijk indienen van bezwaren bij Burgemeester en Wethouders tegen het ontwerpbesluit gedurende de onder a. genoemde termijn;

d. Burgemeester en Wethouders delen aan hen, die bezwaren hebben ingediend, de beslissing daaromtrent mede;

e. bij het ter goedkeuring aanbieden van het besluit aan Gedeputeerde Staten worden gelijktijdig de ingediende bezwaarschriften overgelegd.